Waarom maakt zonlicht gelukkig?
Als de zon schijnt, zijn we allemaal blij. Wat doet dat licht met ons en hoe kunnen we ons leven wat zonniger maken?
EXPERIMENTJE IN EEN GROT
Hebben we licht nodig om te overleven? De Franse geoloog Michel Siffre (1939) vroeg het zich af en liet zich vrijwillig twee maanden lang opsluiten in een donkere en ijskoude grot in Scarasson in de Frans-Italiaanse Alpen. Ondertussen hield hij telefonisch contact met zijn medewerkers boven de grond om verslag uit te brengen. Het was 14 september 1962 toen hij uit zijn grot kwam. Uit zijn verslag bleek dat eten, slapen en waken, keurig in de pas hadden gelopen met het leven boven de grond. Vreemd genoeg dacht hij zelf echter dat het 20 augustus was. Zijn gevoel voor tijd was hij in het donker kwijtgeraakt. Verder had hij zijn extreme experiment goed doorstaan. Tien jaar later ging hij met geld van de NASA op herhaling. Dit keer verbleef hij zes maanden in een warme grot in Texas. Op de 79e dag begon hij zijn verstand te verliezen. Hij werd extreem depressief en vervolgens suïcidaal. Bovendien raakte zijn bioritme dit maal volkomen van slag. Zijn waak-slaapcyclus – die bij gezonde mensen iets meer dan 24 uur duurt – was onvoorspelbaar geworden en varieerde van 18 tot 52 uur.
ZONLICHT IS GEZOND
Alles begint bij de zon, zonder de warmte en het licht zou leven op aarde niet mogelijk zijn. Dat zie je duidelijk in de lente. Als de zon langer begint te schijnen, barst overal het groen uit de aarde. Planten vangen gretig het zonlicht op en gebruiken het om de groene kleurstof chlorofyl aan te maken. Doordat planten deze kunst beheersen zijn ze de basis van de voedselkringloop. Ook vleeseters zijn afhan- kelijk van dieren die planten eten. Via planten kunnen we het zonlicht letterlijk eten of drinken. Al kunnen we de zonnestralen niet omzetten in brandstof, we hebben zonlicht wel degelijk nodig.
Sinds Siffres heldhaftige experiment hebben we geleerd dat zonlicht of daglicht een krachtige bron van gezondheid en levenslust is. We weten nu dat licht nodig is voor allerlei cognitieve functies, zoals alertheid, concentratievermogen, geheugen en reactiesnelheid. En uit eigen ervaring weten we allemaal: als de zon schijnt raken we collectief in een goede stemming. Bij de eerste miezerige zonnestraaltjes gaan we massaal naar buiten, naar een terrasje, baden in het licht. En we voelen ons meteen opperst gelukkig. Maar waar ligt dat nou aan?
TESTOSTERONPIEKJE
Zowel in het zonlicht, als bij fel daglicht maakt het lichaam meer van het ‘gelukshormoon’ serotonine aan. Licht is dus net als beweging en goede voeding, een essentieel ingredient voor geluk. Bovendien: zodra de zon onze huid raakt, beginnen we vitamine D aan te maken. Vitamine D zorgt voor de stevigheid van de botten en voor een krachtig en gezond immuunsysteem. En het blijkt net als serotonine ons humeur te verbeteren. Maar het doet nog iets: vitamine D is de grondstof voor geslachtshormonen. Mannen gaan in het voorjaar onder invloed van zonlicht extra testosteron produceren. Het kan in de maanden mei en juni wel gaan om 30 procent meer. Dat zorgt ervoor dat ze vrouwen nog aantrekkelijker vinden dan normaal, maar ze kunnen ook wat agressiever worden (als ze daar aanleg voor hebben).
Ook vrouwen vertonen in de lente een testosteronpiekje in het bloed. En ook vrouwen hebben daardoor meer ‘interesse’ in mannen. En daardoor komen verliefde gevoelens in het voorjaar zo makkelijk op gang. Zonder dat ze dit wisten, vereerden de grote oude culturen – van oost tot west – de zon al als bron van leven en vruchtbaarheid. En dat licht belangrijk en positief is voor ons, blijkt ook uit uitdrukkingen als ‘je licht laten schijnen’, ‘het licht zien’ en ‘er gaat hem een licht op’. Als iemand tot groot inzicht is gekomen, het leven en zichzelf doorgrondt, is hij volgens het boeddhisme verlicht. En bij ons maakte in de 17e eeuw de donkere Middeleeuwen plaats voor De Verlichting: de ratio won het van duister bijgeloof en kerkelijke macht.
WINTERDEPRESSIE
We mogen dan letterlijk en figuurlijk in een verlichte periode leven, dat we bijna al onze tijd doorbrengen tussen vier muren, met zwakke en kunstmatige verlichting, doet ons beslist geen goed. De intensiteit van het licht in huizen en kantoren is een factor 20 tot 50 lager dan buiten. Vooral in de winter kunnen mensen die er aanleg voor hebben, last krijgen van een depressieve stemming door dit gebrek aan licht. Dat heet de winterdepressie of Seasonal Affective Disorder (SAD). In Nederland heeft zo’n tien procent van de mensen last van een winterdepressie. In landen die noordelijker liggen, waardoor de dagen korter zijn, zoals Zweden en Noorwegen, liggen die getallen hoger.
De winterdepressie verschilt van een normale depressie: mensen met een winterdepressie zijn niet alleen somber ze hebben ’s morgens moeite met opstaan en hebben extra behoefte aan zoetigheid en zetmeelrijke producten zoals pasta of aardappels. Mensen met een gewone depressie worden juist erg vroeg wakker en verliezen hun eetlust.
Een beetje zonlicht of kunstmatig daglicht laat binnen enkele dagen de symptomen van een winterdepressie verdwijnen. De behandeling met daglichtlampen is dan ook volkomen ingeburgerd geraakt. Recent weten we dat lichttherapie ook helpt bij milde, normale depressies: de Amsterdamse psychiater Ritsaert Lieverse onderzocht de effecten van lichttherapie bij ouderen met een milde depressie. Het bleek dat drie weken lichttherapie een effect kon bereiken dat vergelijkbaar is met dat van het gebruik van antidepressiva.
DAG- EN NACHTRITME
Zelfs als je niet lijdt aan winterdepressies, kun je in het donkere jaargetijde wat meer moeite hebben om ’s morgens wakker te worden. Ook kun je ’s avonds loom zijn en vervolgens toch moeite hebben met inslapen. Dat komt doordat de biologische klok van slag kan raken door gebrek aan daglicht, net als het geval was bij Siffre, toen hij zes maanden in een Texaanse grot zat.
De biologische klok (of suprachiasmatische kern) is een stukje van de pijnappelklier, die in de hersenen ligt. De afwisseling van licht en donker is nodig om de biologische klok af te stellen op het 24-uursritme, dat héél toevallig, gelijk loopt met de tijd die de aarde nodig heeft om zich om haar as te draaien. Precies één dag dus.
Als het ’s avonds donker wordt begint de biologische klok het slaaphormoon melatonine te produceren. De ogen zijn daarbij een soort doorgeefluikje. In het netvlies zitten speciale receptoren, zeg maar lichtsensoren, die een signaaltje aan de hersenen geven zodra het donker wordt.
Melatonine zorgt ervoor dat je hartslag afneemt en dat je langzamer gaat ademhalen. Daardoor begin je te gapen en krijg je het gevoel dat je moe bent en naar bed wilt.
Bij het ochtendgloren worden de netvliezen opnieuw geprikkeld, ditmaal door licht. Als reactie maakt het lichaam een stootje van het ‘stresshormoon’ cortisol aan. Daardoor stijgen de bloeddruk en de hartslag, wat helpt om wakker te worden. Cortisol maakt ook glucose vrij dat is opgeslagen in de spieren en de lever. Die glucose stroomt door je bloed naar al je organen en je hersenen en daardoor kun je opstaan en vol energie je dag beginnen. Als je te weinig licht krijgt – zoals in de winter – kun je ’s morgens merken dat je minder energie hebt om op te staan.
INVLOED VAN KUNSTLICHT
Melatonine doet veel meer dan je slaperig maken. Het is meester over alle hormonale processen in het lichaam. Als een poppenspeler laat melatonine al je hormonen keurig dansen op een 24-uursritme. De ritmische afwisseling van licht en donker en voldoende licht zijn dus essentieel om je hormoonhuishouding en daarmee alle processen in je lichaam gezond te houden. Dat we tegenwoordig op de gekste tijden licht krijgen van beeldschermen en televisies kan het natuurlijke 24-uursritme behoorlijk in de war schoppen.
Vooral TL-, halogeen- en LED-licht zijn stoorzenders. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat we door de invloed van kunstlicht de afgelopen vijftig jaar bijna twee uur korter zijn gaan slapen. Dat heeft invloed op onze stemming én
op ons lichaamsgewicht. Door kortere nachten zijn we moe en daarom proberen we onszelf op te peppen met zoete en ongezonde snacks. En daar worden we dik van. Voldoende natuurlijk daglicht maakt ons leven dus in alle opzichten een stuk lichter!