Een oogmeting zonder verdoving


‘Weet je Arjan’, zei mijn zwager, ‘ik kan niet kiezen.’
‘Kiezen?’, vroeg ik.
‘Ja, ik moet een bril. Maar je hebt natuurlijk Cazal, die is heel hip. Of gewoon Garrett Leight . Of Lindberg, uit Denemarken. Of Tom Ford. Ja, je merkt, ik ben uitstekend voorbereid. Nu nog kiezen.’

‘Ja, dat is lastig’, mompelde ik. Toen keek ik hem streng aan. ‘Heb jij eigenlijk gedacht aan fixatie disparatie? Of is je iets bekend van eventuele macula degeneratie?’

Hij zuchtte slechts.

‘Kom van de week eens langs’, opperde ik.
‘En dan?’, vroeg hij met een benauwde blik. Ik glimlachte. ‘Geen zorgen hoor, we doen gewoon een meting. Kan zonder verdoving.’

Ik lachte, hij niet. Ik ging verder. ‘Ik wil je niet beledigen Rik, maar jouw keuzestress is verspilling van tijd. Het is hetzelfde als de fietsenhandelaar zegt: wat zoekt u en jij zegt: ja, ik twijfel tussen een grijze en een groene.’

Rik knikte.

‘Kijk, jij wilt weten wat er in de mode is. Wat de hipste merken zijn, en wat ik als optiekspecialist in huis heb. Ik wil graag goed advies geven en daarvoor is het handig dat we erachter komen waar dat advies over moet gaan.

Jij kan een mooi model uitkiezen maar als wij eerst grondig onderzoek hebben gedaan zou het zomaar kunnen dat dit model en de glazen technisch helemaal niet passen. Dat je helemaal niets aan die bril hebt.’

‘O, kan dat?’, vroeg Rik.


‘Dan pas gaan we kijken of het een Cazal of een Garrett Leight wordt'


‘Als jij van de week bij ons langs komt, gaan we eerst naar de meetruimte voor een oogmeting. Dan doen we een snelle screening via ons 3 in 1 apparaat. Die meet objectief heel snel het oog, de oogdruk en alle krommingen van het hoornvlies.

Wat jij waarneemt komt op je netvlies terecht en deze screening vertelt ook hoe zuiver het wordt afgebeeld met name in het schemer en donker. Hoe ervaart hij aanstormende koplampen? Is er sprake van te veel aberratie door de media, waardoor de beelden op het netvlies uit elkaar spatten? Heb je daardoor veel slechter beeld? Dat kunnen we per oog meten.’

Rik knikte weer.

‘Maar wat het niet vertelt: hoe werken het linker- en rechteroog samen? Dat is ook van groot belang. Daarom doen we na een subjectieve monoculaire oogmeting een subjectieve binoculaire oogmeting waardoor de samenwerking in orde komt. Ik zet een grote voorzetbril op, dan kan ik met glazen wisselen en let ik ook op je houding, of je misschien schuin kijkt. Dat je het beeld aan het compenseren bent. Tevens maken we een oog wazig, daar raken je hersenen van in de war en zo kunnen we elk oog zonder invloed van accommodatie meten. Als we die balans hebben gecreëerd doen we je nog een polar-filter voor. Zo kunnen we zien en checken of het snijpunt goed in het midden staat. Is dat niet in orde, dan kunnen we dat door middel van een prisma-voorschrift corrigeren.’

Rik keek op z’n horloge.

‘Ik kijk dus heel goed naar de samenwerking en of de ogen te veel naar binnen of buiten staan. Wij kunnen dan na een fixatie disparatie onderzoek met specifieke glazen regelen dat je ogen mooier naar het beeld worden afgebogen.’

‘En dan?’, zuchtte Rik en hij streek door zijn haar.

‘Dan pas gaan we kijken of het een Cazal of een Garrett Leight wordt.

Jij nog koffie?’